De tekenstijl van Frank Van den Broeck (1950) is onmiskenbaar en heeft een karakteristiek handschrift. Met vloeiende lijnen creëert hij voorstellingen die hoewel concreet, toch meerdere interpretaties toelaten. Vaak keert het thema van zweven terug in zijn werk, waardoor voorwerpen lijken te zweven in een staat van overgang, op weg naar een andere plaats of dimensie. Het universum van de kunstenaar is een veelvoorkomend onderwerp in zijn werk.

Motieven zoals het schilderspalet en het opengevouwen boek, waaruit de vlinder is afgeleid, spelen een belangrijke rol in zijn tekeningen. Daarnaast zijn er ook meer dreigende afbeeldingen, met spookachtige wezens en maskerachtige gezichten die plotseling opdoemen. Een constante in zijn werk is het gevoel van transitie; de voorwerpen en figuren lijken te verwijzen naar een andere, verborgen werkelijkheid.