Ido Vunderink
Schilderijen
Het werk van Ido Vunderink past in de lange kunsthistorische traditie van de geometrisch abstracte kunst. Deze formele kunstvorm biedt nog altijd ruimte voor ontwikkeling. De verhoudingen van kleur, lijn, vlak en beweeglijkheid kunnen oneindig worden onderzocht. Omdat de onderzochte beeldeigenschappen zijn afgeleid van de zichtbare werkelijkheid staat deze radicale vorm van non-figuratieve kunst heel dicht bij de alledaagse realiteit. En juist dat maakt deze beeldtaal zo relevant.
Het onderzoek van Vunderink begint met zijn schilderij ‘Aux Bords de la Mer Rouge’ uit 2010. Het strenge patroon van horizontale en verticale elementen is een reactie op de schilderijenreeks ‘Pier en Oceaan’ van Piet Mondriaan, in het bijzonder ‘Compositie 10 in zwart-wit: Pier en Oceaan’ uit 1915 (Kröller-Müller Museum, Otterlo). Na ‘Aux Bords de la Mer Rouge’ volgde de serie ‘Reef’ waarin Vunderink met gebruik van kleur de beweeglijkheid van de sterk geformaliseerde compositie verder heeft uitgewerkt. In de eerste werken uit de serie hebben de kleuren een willekeurige positie. In de daaropvolgende werken volgen de kleuren elkaar op in reeksen met een vaste volgorde, die als een spiraal naar het centrum draaien. De volgende stap was het uit elkaar trekken van deze composities tot vijfluiken met op elk doek de compositie, gevormd door de elementen 1 tot 5 uit deze reeksen.
Terwijl Vunderink aan deze schilderijen werkte kwam de volgende cijfercombinatie in hem op: (8+1)x(8+1)=81. Pogingen om een soortgelijke rekensom met andere getallen te ontdekken strandden. Op één na: (1+8)+(1+8)=18. Deze cijferpoëzie wordt door hem verwerkt tot een negenluik waarin dezelfde spiraalvorm terugkeert als in de ‘Reef’ vijfluiken. Veel van de vormelementen van de werken uit deze serie ontstaan uit de cijfermatige inhoud.